Krachtvoerteelt past in moderne veehouderij

De teelt van krachtvoervervangers zoals veldbonen en voederbieten keert na jaren van afwezigheid terug in de Nederlandse veehouderij. Zelf krachtvoer telen past perfect in de grondgebonden veehouderij, maakt ondernemers minder afhankelijk van externe inputs en verlaagt de voerkosten.

Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) dat in 2014 van kracht ging heeft de teelt van krachtvoerachtigen een nieuwe impuls gegeven. Volgens de vergroeningseis moesten bedrijven met meer dan 30 hectare bouwland of tijdelijk grasland een derde gewas gaan telen. De voederbiet was voor velen een logische keuze omwille van de enorme kVEM-opbrengst en smakelijkheid. Anderen kozen voor veldbonen, zeker ook na de introductie van de TUNDRA winterveldboon door Limagrain in 2016. Goede teelt- en voerervaringen maken dat de arealen gestaag blijven groeien.

Terug van weggeweest

De keuze voor juist voederbieten en veldbonen is een hele logische wanneer we naar de vorige eeuw kijken. Op de top, eind jaren ’40, was het areaal voederbieten in Nederland gegroeid tot bijna 70.000 hectare. Na de introductie van het minder arbeidsintensieve snijmais ging het areaal voederbieten in vrije val, om sinds 2015 terug te groeien naar zo’n 3.000 hectare in 2020. Ook veldbonen waren eerder gangbaar in de Nederlandse landbouw. Tot de Tweede Wereldoorlog schommelde het areaal tussen de 10- en 20.000 hectare. Hierna verdween de teelt nagenoeg, met in de jaren ’80 nog een toename tot 13.000 hectare onder impuls van subsidie.

Extensief en intensief

Voederbieten en veldbonen zijn dus thuis in het Nederlands klimaat. In het nieuwe Europese landbouwbeleid, dat ingaat in 2023, is focus op grondgebondenheid en zelfvoorzieningsgraad van plantaardige eiwitten duidelijk zichtbaar. Extensieve melkveehouders die alleen gras en mais telen en krachtvoer aankopen kunnen nu al vrij eenvoudig financieel voordeel behalen door zelf krachtvoer te telen.

Ook voor intensievere bedrijven liggen er kansen, bijvoorbeeld in samenwerking met akkerbouwers. Regionale voer-mestkringlopen leveren voor beide partijen meerwaarde en passen optimaal in de beleidsrichting die Brussel voorziet. Door voederbieten als derogatiegewas op te nemen en veldbonen mee te tellen onder grasland zou de regelgeving beter aansluiten bij deze richting.

Beste krachtvoervervanger

Met 27 tot 32% eiwit én 350 tot 450 gram zetmeel is veldboon een ideale krachtvoervervanger. Veehouders vervangen er soja- en raapmeel 1 op 1 mee zonder dat de melkproductie daalt. Met een opbrengstpotentie van 4 tot 7 bij zomerveldbonen en 5 tot ruim 8 ton per hectare bij TUNDRA winterveldbonen is een mooi saldo mogelijk, ook voor akkerbouwers. Extra ondersteuning in de vorm van hectarepremie lijkt nabij en zal het rendement verder ondersteunen.

VEM-kampioen

In het kader van voederwaardeopbrengst per hectare is de comeback van voederbieten logisch: met hectare opbrengsten van 15 tot ruim 20 ton droge stof met ruim 1.100 VEM per kg ds is de voederbiet nog altijd kampioen in kVEM per hectare. Veehouders roemen de smakelijkheid van het product, die zorgt voor een hogere voeropname en dus meer melk uit eigen voer. De meeste loonwerkers en akkerbouwers zijn prima toegerust op de teelt, die vergelijkbaar is met die van suikerbieten.

Veredeling gaat door

Als grootste multicrop-veredelaar van Europa is Limagrain altijd blijven investeren in de ontwikkeling van nieuwe rasgenetica voor voederbieten en veldbonen. In internationale kweekprogramma’s realiseren onze onderzoekers continue vooruitgang in opbrengstpotentie, ziekteresistenties en oogstzekerheid. In combinatie met advies en begeleiding van onze ruwvoerspecialisten werken we zo samen aan een toekomstbestendige, rendabele melkveehouderij in Nederland.

Benieuwd over krachtvoerteelt op jouw bedrijf past? Je ruwvoerspecialist denkt graag met je mee!

Meer tips of persoonlijk advies? Vraag het je ruwvoerspecialist:

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.