Zolang de koe zich goed voelt is het goed

In Zeewolde, op de grens met Almere, is het bedrijf van melkveehouder en akkerbouwer Roel Assies gevestigd. Roel zet samen met zijn vrouw Anneke, hun zoon Jeandré en dochter Mathilde het werk rond op het bedrijf. Jeandré en Mathilde volgen allebei een agrarische opleiding. Zij zijn de potentiële opvolgers. 

Roel heeft een gemengd bedrijf met 85 melkkoeien, 30 pinken en 30 kalveren. De productie ligt op 9.500 liter met 4,36% vet en 3,63% eiwit. In totaal bewerkt hij 102 hectare zware klei (55% afslibbaar). Op het bedrijf wordt 25 hectare gras en 12 hectare maïs verbouwd met een 1-op-8 bouwplan. Op de overige hectares worden aardappelen, spruiten, bollen, bieten en uien verbouwd.

Roel Assies komt oorspronkelijk uit het Drentse dorpje Een. “In 1993 hebben wij de kavel in Zeewolde kunnen krijgen, waarnaar wij in 1994 zijn verhuisd. Vanaf de bedrijfsovername in 2011 zijn we gegroeid van een jaarproductie van 450.000 kilo melk naar 800.000 kilo melk met ongeveer 85 melkkoeien”.

Gedwongen te kiezen tussen akkerbouw of melkvee

Assies merkt dat de tijden veranderen en dat Flevoland, wat erg agrarisch was georiënteerd, begint te veranderen. Zo groeien de grote windturbines als bomen uit de grond en was Zeewolde een tijdje terug landelijk nieuws met de goedkeuring voor de bouw van een datacentrum van Meta (facebook). Zulke dingen komen er maar zo even bij, naast de landelijke onzekerheid waar Assies zich zorgen om maakt. De onzekerheid omtrent de 7de Nitraatrichtlijn kan voor zijn bedrijf grote gevolgen hebben, omdat hij dan meer moet snijden in zijn akkerbouwtak. Hierdoor wordt hij eigenlijk gedwongen een keuze te maken tussen melkvee en akkerbouw op zijn bedrijf.

Assies is met zijn bedrijf ook actief bij proeven en projecten die zowel landelijk als op provinciaal niveau worden uitgevoerd. Zo deed hij mee met BES-pilot, waarbij mag worden bemest op basis van de fosfaatonttrekking uit de grond. Ook doet hij mee met het landelijk project Netwerk praktijkbedrijf, waarbij op 40 bedrijven wordt gekeken hoe met managementmaatregelen de ammoniak- en methaanemissie kan worden gereduceerd. In de melkveestal wordt bij Assies deze periode 24/7 de ammoniak- en methaanemissie gemeten. Er wordt bij gehouden hoeveel zijn bedrijf daadwerkelijk uitstoot, om zo de verliezen  goed in kaart te krijgen. “Ik vind het belangrijk om te weten waar de verliezen bij ons op het bedrijf zitten en hoe wij deze nog tot zo’n laag mogelijk niveau kunnen beperken. Zodat wij weten waar het om gaat wat betreft de uitstoot.”

Altijd nieuw grasland

De percelen van Assies zijn allemaal ongeveer 12,5 hectare groot. Hierop worden gras, uien, bieten en maïs geteeld. De aardappelen, bollen en spruiten worden grotendeels uitbesteed. Door de vruchtwisseling met de akkerbouwgewassen laat Assies twee jaar achter elkaar gras op een perceel groeien, waarna de ploeg er weer in wordt gezet. Op deze manier houdt hij zijn grasland altijd bij. De ruwvoerwinning wordt in eigen beheer gedaan. De snede’s worden zoveel mogelijk in lasagne ingekuild.

Mede doordat Assies ook vers gras voert, zijn de hoeveelheden per snede nog goed te doen met twee personen. Het grasland bestaat altijd uit twee blokken van ongeveer 12,5 hectare, waarvan het blok wat voor het tweede jaar gras is vers wordt opgevoerd en de andere 12,5 hectare wordt gebruikt voor de wintervoorraad. Roel is fan van het stalvoeren, omdat het de meest efficiënte manier van ruwvoer omzetten naar melk is. “Zeker met het najaarsgras is stalvoeren een meerwaarde, doordat er geen inkuilverliezen zijn en het eiwit dan nog goed is te benutten”.

Doordeweeks moet Assies het werk grotendeels alleen rond zetten, zeker in de periodes dat de akkerbouwtak drukker is. Hierdoor streeft hij naar een veestapel die ‘gemakkelijk’ is. Dit wil zeggen dat de koeien zonder veel problemen moeten produceren. Een extreem hoge productie streeft hij daarom ook niet na. “Zolang die koe maar gezond is, is het goed. Bij ons op het bedrijf staat de diergezondheid op één en als zij zich goed voelt, gaat het met ons ook goed”, motiveert Assies.

Ik kijk uit naar de volgende generatie die het overneemt

De onzekere tijd en wisselvallige regelgeving zorgen ervoor dat melkveehouders het lastig vinden om een doel te hebben waarvoor zij boer blijven. Dit resulteert in veel stoppers en een afname van het aantal agrarische melkveebedrijven in Nederland. Voor Assies is het soms ook lastig om steeds maar mee te moeten bewegen met nieuwe regels die steeds meer druk leggen op de vrijheid van zijn onderneming. Hierom kijkt hij ook uit naar de nieuwe generatie, voor hem zoon Jeandré, die klaar staat om het bedrijf over te nemen en nieuwe richting te geven.

Welke richting dat wordt, is nog niet zeker. Wel denkt Assies in de toekomst meer te willen robotiseren. “Een melkrobot past wel bij ons op het bedrijf en ik verwacht ook dat Jeandré die kant wel op wil. Ook gaat het bedrijf meer focus krijgen op melkvee, omdat Jeandré meer die tak voelt”.

De melk wordt via een leveranciersvereniging geleverd aan Farmel. Deze melk wordt weer verder afgezet naar verwerkers die van de melk voornamelijk producten maken als boter en melkpoeder. Er wordt gevoerd van De Heus. “Met onze vertegenwoordiger van De Heus kunnen we goed sparren”, verklaart Assies het belangrijkste argument voor de keuze van zijn voerleverancier.