Robbert Remmelink gaat zo efficiënt mogelijk om met zijn 75 hectare landbouwgrond, waarvan 61 hectare grasland. “We streven naar efficiëntie in iedere stap, van graszaad tot het moment dat de koe het ruwvoer eet. Dit proces moet perfect zijn.”
Robbert Remmelink melkt in maatschap met zijn moeder Thea Remmelink 145 koeien met daarbij 80 stuks jongvee. De gemiddelde productie per koe ligt op 11.000 kilo per koe per jaar met 4,40 gram vet en 3,50 gram eiwit. Naast het grasland teelt Robbert 14,5 hectare roterend maisland. “Ik streef naar eenvoud en overzicht: eenvoudige en efficiënte processen die passen binnen de arbeid die we hebben, en zorgen voor goede opbrengsten op ons bedrijf.”
Het meeste land ligt rond het bedrijf, hier bij het maaien van de 1e snede van 2020
Stijging in melkproductie per koe
De afgelopen 10 jaar is er veel veranderd op met melkveebedrijf in Doetinchem. Door optimalisatie van processen en herinzaaien van percelen, is de productie van de melkveestapel gestegen. “We melken nu met twee robots, komend jaar komt er een derde bij. De robots zijn ingericht op een productie van 7 ton melk, we zitten nu op 8 ton melk per robot, dan gaan er te veel arbeidsuren in zitten.”
Eigen ruwvoer bijna toereikend
“Met ons eigen ruwvoer kunnen we ons hele koppel bijna jaarrond voeren. De laatste twee jaar is dat bemoeilijkt door de droogte. Door de jonge grassen die we ingezaaid hebben, is een hogere opbrengst in droge stof en eiwit haalbaar. Zo nu en dan voeren we bierbostel of maisgluten bij, om bij te sturen op zetmeel of als de maiskuil er te hard doorheen gaat.”
Met eigen mechanisatie wordt het gras geoogst. Door vruchtwisseling met mais wordt het grasland regelmatig vernieuwd
Van zaaizak tot pens
“Efficiënt voeren begint met het graszaad, wij kozen voor LG Havera 4. Na een proef bleek dat het beste bij ons te passen, door de hoge kwaliteit en productie. Om de kwaliteit vast te houden is het belangrijk om de juiste keuzes te maken. Dat begint bij ons met mollen vangen, het moment van kunstmest strooien bepalen, inkuilen met een inkuilmiddel en het maken van een lasagnekuil. De puzzelstukjes moeten in elkaar vallen, de voeding bepaalt voor een groot deel hoe de koe zich voelt en wat ze kan produceren.”