Veel melkveehouders telen maïs vaak jaren achter elkaar op dezelfde percelen of wisselen af en toe met blijvend grasland. Daarmee doen ze zichzelf tekort, vindt Nick van Eekeren. Voor zowel de bodem als hun portemonnee is het beter blijvend grasland te combineren met een driejaarlijkse rotatie van maïs met grasklaver. Die combinatie draagt ook bij aan biodiversiteit, waterkwaliteit en CO2-reductie, stelt hij.
Van Eekeren is programmacoördinator Duurzame veehouderij & Agrobiodiversiteit bij het Louis Bolk Instituut, een onderzoeks- en adviesorganisatie voor duurzame landbouw.
Beste bodemverbeteraar die er is
Als het gaat om bodemkwaliteit, kan niets permanent grasland overtreffen, vindt hij. “Voor een goede bodemkwaliteit zijn verschillende factoren van belang, zoals organische stof, bodemleven, bodemstructuur, waterbergend vermogen en infiltratiecapaciteit. Met blijvend grasland ben je in één klap klaar. Gras is de beste bodemverbeteraar die er is.”
Op bouwland is het lastig een goede bodemkwaliteit vast te houden. Bij continuteelt van maïs lopen het organische stofgehalte, bodemleven en andere kwaliteitskenmerken terug.
Het antwoord is vruchtwisseling
Hoe kun je de achteruitgang van de bodem stoppen en toch het waardevolle voedergewas maïs in het bouwplan houden? Het antwoord is vruchtwisseling. Van Eekeren adviseert de maïsteelt elke 3 jaar te roteren met tijdelijk grasland met rode en witte klaver.
Ten opzichte van de gangbare verhouding 80 procent gras en 20 procent maïs is een bouwplan met 60 procent blijvend grasland en 20 procent grasklaver in rotatie met 20 procent maïs in meerdere opzichten aantrekkelijker. Door slechts 3 jaar maïs te telen op hetzelfde perceel blijft de bodemdegradatie beperkt. De grasklaverzode zorgt vervolgens weer voor aanvulling van organische stof en herstel van de bodemkwaliteit. “Klaver is een stikstofbinder. Bij het opslaan van stikstof in de bodem vinden allerlei omzettingen plaats. Dat stimuleert het bodemleven. Grasklaver is bovendien goed voer. Klaver bevat veel eiwit dat nog iets bestendiger is dan eiwit uit gras.”
Stikstof beschikbaar
Dankzij het stikstofbindende vermogen van de klaver heeft het tijdelijke grasklaverland en de maïs minder bemesting nodig. De veehouder houdt bemestingsruimte over om zijn blijvend grasland extra te voeden of hij kan kosten voor kunstmest in de zak houden. Uit berekeningen van het Louis Bolk Instituut en Wageningen UR Livestock Research blijkt dat de vruchtwisseling duidelijk financieel voordeel oplevert, vertelt Van Eekeren. Voor een bedrijf met 850.000 liter melk en 47 ha grond zou het verschil overeenkomen met een extra opbrengst van €6.000 à €7.000. Dat is te danken aan de extra voederwaardeopbrengst en besparingen op kunstmest.
Kruiden toevoegen
Een zaaizaadmengsel voor het grasklaverland bevat Engels raaigras (30-35 kg) met rode (5-6 kg) en witte klaver (3 kg). Van Eekeren: “Ik zou er ook kruiden aan toevoegen, zoals smalle weegbree, cichorei, karwij, rolklaver en wilde peen, voor extra diversiteit. Zeker smalle weegbree en cichorei zijn ‘no regret’-keuzes. Goed voer, heel droogtetolerant; daar zit je altijd goed mee. In Nieuw-Zeeland doen ze dat al 20 jaar.”