Melkveehouder Frans ten Dam neemt in 2019 deel aan de Topkuilcompetitie. In de aanloop naar het grasseizoen ging hij met ruwvoerspecialist Ludwig Oevermans het grasland in.
“Ik wil een heel lekkere graskuil met een goede voederwaarde maar ook een mooie opbrengst. De benutting moet hoog zijn. Ik wil zoveel mogelijk met uit eigen ruwvoer”, aldus Frans ten Dam. Concreet betekent dit voor hem een voorjaarskuil van minimaal 930 VEM en 160 gram ruw eiwit. Hij streeft naar een totale grasopbrengst van minimaal 10 ton drogestof op jaarbasis. “Dat is voor deze hoge zandgrond al heel netjes.”
Bekijk hieronder een beeldverslag van het veldbezoek van Ludwig:
Ludwig laat zien dat er hier en daar wat ruwbeemd in de zode staat. “De kwaliteit is redelijk, maar het heeft een heel laag eiwitgehalte. Het voordeel is dat het ondiep wortelt en je het er zo uittrekt.”
“Per vierkante 10 cm moet er minimaal 1 spruit Engels raaigras staan”
Ludwig ziet een plek met een holle zode in het perceel. Hij wijst al snel de schuldigen aan: emelten, een plaag die we veel in grasland tegenkomen.
De ruwvoerspecialisten meten in het voorjaar ook altijd even de bodemtemperatuur. Die laat zien dat de wortelactiviteit op gang komt.
Ludwig adviseert het perceel binnen korte tijd door te zaaien. “Als het komende week weer mooi weer wordt kan het nog wel. Maar als het eenmaal aan de groei is niet meer. Dan is er te veel concurrentie van het bestaande gras. Bij het doorzaaien zou ik 100 procent tetraploid graszaad kiezen. Dat kiemt net even beter dan diploid zaad.”