Twee droge jaren en ongezonde aantallen veldmuizen doen het grasbestand op menig melkveebedrijf geen goed. Onze ruwvoerspecialisten zien in veel percelen een te groot aandeel open plekken en ongewenste grassen. Ga nu de wei in zodat je zicht krijgt op je grasopbrengst en kwaliteit in 2020!
‘Er zijn me te veel open plekken, om maar te zwijgen van het percentage slechte grassen.’ Vanaf de autoweg lijkt het gras er mooi groen en dicht bij te staan, eenmaal op het land valt dat op sommige percelen behoorlijk tegen, constateert melkveehouder Jan Nieuwenhuizen samen met Jos Groot Koerkamp van LG. Tijdens een farmwalk kijken ze hoe het gras de winter uit is gekomen.
De meeste van Jans graspercelen scoren met meer dan 80 procent aan goede grassen een voldoende, hoewel er veel muizengaatjes in zitten. Een perceel van tien hectare haalt de voldoendegrens niet. Het gras rond de muizengaatjes loopt geel aan en er ligt duidelijk te veel ganzenpoep, ook een plaag in deze contreien. Het wemelt hier van de open plekken en slechte grassen als straatgras, ruwbeemd, roodzwenk, struisgras, kweek en vossenstaart tieren welig. ‘Hier staat hooguit nog 60 procent aan goede grassen, deze moet je echt doorzaaien Jan’, roept Groot Koerkamp van een afstandje.
Ganzen- en muizenschade in een perceel bij Jan Nieuwenhuizen
Een perceel met ernstige muizenschade in Friesland
Gedreven grasteler
Jan Nieuwenhuizen is een perfectionist. Zijn gedrevenheid bracht hem successen in de veefokkerij en een toppositie in melkproductie. Met dezelfde gedrevenheid teelt hij ruwvoer. ‘Dat is bij ons net zo’n sport als de fokkerij. We willen zoveel mogelijk melk uit eigen ruwvoer produceren. Omdat te bereiken moet je gras laten groeien in de juiste verhouding water, lucht en grond. Daarom is bij Nieuwenhuizen alles om de 4 mtr. gedraineerd.’
Om te profiteren van de nieuwste grasrassen vernieuwt Nieuwenhuizen zijn grasland elke zes jaar. Hij kiest daarbij niet alleen voor gangbare grasmengsels met louter Engels raai, maar bijvoorbeeld ook voor LG HAVERA 7. Dit mengsel bevat naast Engels raaigras ook structuurrijke grassen. ‘Dat geeft extra prik in de kuil.’ Ook de polvormige festuloliums en de hoeveelheid rode en witte klavers vallen op. ‘Festuloliums kunnen goed tegen droogte, de klavers heb ik voor het eiwit.’
Op zaterdag 21 september 2019 stond Jans HAVERA gras er ondanks de droogte prachtig fris op. Eind augustus viel de grasgroei stil en kwam er wat roest in. Jan greep snel in: hij maaide de snede af en bracht drijfmest met een gelijke hoeveelheid water op.
Opbrengstpotentie hoger
Als land en weer het toelaten, gaat op 15 februari met de sleepslang 35 kuub drijfmest – verdund met 50 procent water – en vlot erna 60 tot 80 kilo vloeibare kunstmest met zwavel over het gras. Zit het mee dan is het half april voor het eerst maaien en daarna standaard om de vier weken, maaihoogte nooit lager dan 7 centimeter. Nieuwenhuizen gaat alleen maaien als de grond droog genoeg is. Vorig jaar haalde Jan zo gemiddeld ruim 13 ton droge stof per hectare van het land. Hij denkt dat daar nog enkele tonnen rek in zit. ‘Droogte, ganzen en muizen kosten me opbrengst en niet te vergeten voederwaarde.’
Doorzaai of herinzaai
Door nu de kwaliteit van je percelen vast te stellen kan je de juiste acties inplannen waar nodig. Bij 50 tot 80% goede grassen en meer dan 20% open zode kan je herstellen middels doorzaai. Gebruik voor doorzaai altijd 100% tetraploïd Engels raaigras (LG HAVERA 3 doorzaai), dat snel kiemt en zich agressief vestigt tussen het bestaande gras. Als het gras nu al te lang is kan je beter doorzaaien direct na de 1e snede. Is het grasbestand nog slechter dan wordt het scheuren en herinzaaien.
Doorzaai in het (vroege) voorjaar is een goede manier om de kwaliteit van de zode te verbeteren.