Onder de rook van Utrecht, in de polder ten westen van IJsselstein runt Wil Peek een bedrijf met 110 melkkoeien en 40 stuks jongvee. Zoals op de meeste bedrijven in het Groene Hart staat gras hier centraal. Wil is dan ook gebrand op een goede teelt en benutting van zijn grasland.
Wil voert een gemengd rantsoen met dit jaar ruim 70% gras, aangevuld met 3 – 4 kg mais en 22 – 23 kg krachtvoer per 100 liter melk. ‘Mijn doel is om zoveel mogelijk eigen ruwvoer te verwerken en dus zo veel mogelijk gras van goede kwaliteit te telen. Van goed gras geven de koeien goed melk en ze blijven er gezond van. We zitten op een vervangingspercentage van maar 15%.’
(tekst gaat verder onder de video)
Accepteer marketing cookies om deze video te bekijken.
Afhankelijk van de hoeveelheid gras die er is geoogst, koopt hij mais aan om het rantsoen aan te vullen. ‘We zitten hier op vrij zware kleigrond en die vind ik eigenlijk niet geschikt om mais te telen. De maisoogst levert hier te snel structuurschade op en dat zie je nog jaren terug in je perceel.’
Zuinig op de bodem
De veehouder is duidelijk zuinig op zijn grond. ‘Je hebt op deze grond gemakkelijk structuurbederf en dat kost gewoon veel grasopbrengst. Daarom telen we alleen maar gras en ook daar probeer ik verdichting te voorkomen: alleen het land op als de draagkracht voldoende is, bemesten middels sleepslangen en de loonwerker heeft gelukkig geïnvesteerd in drukwisselsystemen op zijn machines.’
Lasagnekuil
Achter de melkveestal, die in 2013 werd gebouwd, liggen kenmerkende langgestrekte graspercelen, gescheiden door watergangen. ‘Die gebruik ik om het melkvee te weiden, door middel van Nieuw Nederlands Weiden. Na het weiden maaien we het perceel schoon, dat gras kuilen we apart in. Van het overige grasland probeer ik vijf snedes van een zo hoog mogelijke kwaliteit te maaien, die we in lasagne inkuilen. Dat bevalt heel goed, je hebt een constante voerkwaliteit en geen schommelingen in het rantsoen.’ Een forse sleufsilo met automatisch afdeksysteem zorgt hierbij voor een stuk arbeidsgemak.
Dichte zode
Wil Peek legt de lat voor zijn grasland hoog. ‘We hebben ons voer hard nodig, dus probeer ik zoveel mogelijk gras van hoge kwaliteit te winnen. Dus een mooie dichte zode met zo weinig mogelijk slechte grassen en onkruiden. Ik laat de grasmat zo lang mogelijk meegaan, maar zodra het aandeel goede grassen te laag wordt vernieuw ik hem. Daarbij gebruik ik altijd grasmengsel Havera 1. We zaaien hier al jaren Havera. Ik heb ook even BG 3 geprobeerd, maar de Havera mat is duidelijk voller, geeft meer opbrengst en houdt het langer vol bij droogte.’