Voeraankopen zorgen gemiddeld voor 20 tot 30% van je totale bedrijfskosten. Zorgen dat je zoveel mogelijk voederwaarde van eigen land haalt loont daarom altijd. Ik geef je praktische tips om met je maisteelt je voerkosten te drukken.
De grafiek toont aan dat bij een stijging van 4.000 naar 8.000 kg melk/ha uit eigen voer, de voerkosten € 400,- tot € 500,- per hectare dalen!
Mais is op veel melkveebedrijven een belangrijk onderdeel van de ruwvoerteelt. Een optimale maisrassenkeuze is de belangrijke 1e stap naar lagere voerkosten, daarna komt het aan op een perfecte teelt, bewaring en benutting. Let bij je rassenkeuze op de volgende punten:
Oogst rijpe mais
Het zetmeel uit de maiskolven levert een groot deel van de energie uit snijmais. Je haalt de maximale voederwaardeopbrengst (kVEM per hectare) alleen wanneer de mais goed rijp is: dus volledig rijpe kolven en een totaal drogestofpercentage van zo’n 36%.
Kies daarom vooral maisrassen uit de zeer vroege / vroege groep. Deze rassen hebben de grootste kans op een tijdige afrijping: niet alleen op de koude / natte gronden, maar ook op lichtere grond, waar maistelers in 2019 al voor 1 oktober moeten oogsten (of een vanggewas onderzaaien).
Kies een maisras dat past bij je rantsoen
Snijmais past perfect naast gras in het rantsoen van de hoogproductieve Nederlandse koe. Mais levert veel glucose uit zetmeel en energie uit de restplant. Belangrijk is om je maisras(sen) goed af te stemmen op het aandeel gras in je rantsoen.
In grasrijke rantsoenen past zetmeelrijke mais perfect om veel extra (glucogene) energie te leveren. Bij een hoger maisaandeel is vooral de energie uit de restplant belangrijk; een overmaat aan zetmeel geeft risico op vervetting en pensverzuring. Bekijk top-verteerbare maisrassen >>
Focus op kVEM per hectare
Vervolgens is de belangrijkste raseigenschap: VEM-opbrengst (kVEM/ha). Niet de tonnen drogestof, maar de totale voederwaarde die je van elke hectare oogst bepaalt hoeveel voer je extra aan moet komen. Bij snijmais komt de voederwaarde uit de kolf en uit de restplant.
“De voederwaarde per hectare bepaalt je rendement”
Hoeveel voederwaarde de restplant levert, is afhankelijk van de verteerbaarheid van de celwanden: de NDF- of celwandverteerbaarheid. Een hoge celwandverteerbaarheid zorgt voor een hogere benutting van de energie uit de restplant, dus een hogere voerefficiëntie en meer melk uit elke hap mais.
Anders dan bij zetmeel bestaan daarin zeer grote verschillen van wel 12% tussen maisrassen! De best verteerbare maisrassen leveren daarom altijd de hoogste kVEM/ha.
Mijn advies: met een slimme rassenkeuze maak je een goede start op weg naar lagere voerkosten. Vervolgens komt het aan op je teelt, oogst, bewaring en benutting om je voerkosten te verlagen. Daarover later meer! Wil je persoonlijk advies op maat bij je rassenkeuze? Je vindt mijn contactgegevens hieronder.