Mais van eigen land is het hoofdaandeel van het rantsoen van de koeien van John en Paulina van Kasteren. Ze voeren al meer dan dertig jaar op deze wijze. De koeien zijn erop ingesteld en produceren er goed van. “Op ons bedrijf streven we naar zo hoog mogelijke productie met zoveel mogelijk kilogrammen eiwit en vet van gezonde koeien.”
Het bedrijf van John en Paulina ligt tussen de bebouwde kom van Lennisheuvel, een industrieterrein en het Natura 2000 gebied Kampina. Ze melken 185 koeien en hebben daarnaast 130 stuks jongvee. De melkproductie ligt op 11.400 liter per koe per jaar met 4,11 gram vet en 3,64 gram eiwit. Naast suikerbieten, consumptieaardappelen en cichorei verbouwt John ongeveer 58 hectare snijmais, 4,8 hectare luzerne en 5 hectare grasland voor eigen ruwvoer.
Mais als hoofdaandeel van het rantsoen
“Maïs levert een hoge voedingswaarde per hectare op. Een ander voordeel van maïs is voor ons dat je alleen in het voorjaar en najaar een piek in arbeid hebt. Met gras ben je al snel om de 5 tot 6 weken bezig met inkuilen. Met percelen op afstand werkt dat niet efficiënt. Ook kun je zo meer tijd vrij maken voor bestuursfuncties en maatschappelijke inzet”, licht John de keuze voor maïs toe.
In twee rondes mais zaaien
“We zaaien de mais in in twee rondes: de eerste ronde wordt ingezaaid met maïs met een langere groeiperiode, en daar passen we onderzaai op toe. Hierdoor zijn we niet gebonden aan de deadline voor vanggewassen. De tweede ronde zaaien we later in, na de oogst van een snede gras. Hier kozen we in 2020 voor LG 31 207, een zeer vroeg, energierijk en massaal gewas. We kuilen de rassen los van elkaar in, waardoor we inzicht in de kwaliteit van een ras krijgen.”
Gebalanceerd rantsoen
“Zodra de kuil open is, gaan we daarmee rekenen. Aan de hand van de voedingswaarde bepalen we hoeveel en welke aanvullingen nodig zijn. Het hoofdaandeel van het rantsoen is shredlage gehakselde mais. Dit vullen we aan met luzerne en gedorst graszaadhooi voor de structuur met daarnaast bierbostel, perspulp en mineralen. Eiwit en energie vullen we aan in het basisrantsoen en in de melkrobot met krachtvoer.
Veel vet en eiwit van gezonde koeien
Naast het rantsoen is voor John en Paulina de genetica van hun veestapel belangrijk. “De top van ons melk- en jongvee insemineren we met gesekst sperma. De genetisch mindere koeien insemineren we met Belgisch Witblauw, met een gemakkelijke geboorte. Bij genetisch mindere pinken zetten we embryo’s in. Zo kunnen we snelle vooruitgang boeken op weg naar het doel van gezonde koeien die veel kilogrammen vet en eiwit kunnen produceren.”