‘Om boer te blijven is het nodig je variabele en vaste kosten zo laag mogelijk te houden. Op de melkprijs heb je helaas geen invloed, maar op de grootste factor in vaste kosten wel: je voerkosten. Een hogere voerefficiënte van ruwvoer levert direct een hoger rendement. Ik vertel hoe je met de maisrassenkeuze kunt werken aan een hogere voerefficiëntie.
Voerkosten bedragen 40 tot zelfs bijna 70 procent van je totale kosten om melk te produceren. De sleutel in het verlagen van je voerkosten ligt natuurlijk in ruwvoer van eigen land. Hoe hoger je voederwaarde-opbrengst én benutting van eigen land, des te minder voer hoef je aan te kopen. Dat zorgt direct voor lagere voerkosten, door minder voeraankopen én een hoger rendement uit je ruwvoerteelt.
Voereffciëntie verhogen
Het kengetal waar we het hier over hebben is voerefficiëntie: de kg meetmelk uit 1 kg ds voer. De voereffciëntie is de meest bepalende factor in het bedrijfsrendement. Tussen bedrijven bestaan vrij grote verschillen in voereffciëntie en dat gaat al snel om veel geld: een 0,1 hogere voereffciëntie betekent bij 1 miljoen kg meetmelk een meeropbrengst van ruim € 10.000!
Dus: hoe verhoog je die efficiëntie van je ruwvoer? Bekijk mijn advies in de video of lees verder onder de video:
Accepteer marketing cookies om deze video te bekijken.
Tip 1: Ga voor voederwaarde-opbrengst
Bij de rassenkeuze voor snijmais, heeft één eigenschap de grootste impact op voerefficiëntie: de kVEM/ha. Deze voederwaarde-opbrengst is de combinatie van opbrengst X kwaliteit. Een hoge kVEM/ha geeft langs 2 kanten voordeel:
- Elke VEM die je van eigen land haalt en benut, hoef je niet aan te kopen;
- Bij vaste kosten per kg ds ruwvoerteelt, geeft een hoge VEM het hoogste rendement.
De betrouwbare bron van alle rasinformatie is de Aanbevelende Rassenlijst van CSAR. Op deze lijst vind je de resultaten van het enige onafhankelijke langjarige maisrassenonderzoek in Nederland. De raseigenschap kVEM/ha staat op deze lijst netjes vermeld. Hier vind je de rassenlijsten >>
Bij je raskeuze rekening houden met kVEM/ha loont altijd. Een ras dat hier 103 scoort, zoals o.a. LG 31.214, levert bij de actuele kVEM-prijs al € 123,- per hectare meer op aan voederwaarde!
Tip 2: Stem je maisras(sen) af op je rantsoen
In het doorgaans grasrijke Nederlands melkveerantsoen is snijmais de broodnodige energieleverancier. Energie is nodig om de stikstof uit het gras om te zetten in melkeiwit. Daarnaast heeft de koe veel energie nodig voor onderhoud, groei en vruchtbaarheid.
De energie uit snijmais komt vooral uit het zetmeel. Een goede celwandverteerbaarheid levert extra energie. De energie uit het zetmeel komt deels in de pens (onbestendig zetmeel) en deels in de darmen (bestendig zetmeel) vrij. Tussen de beschikbare maisrassen bestaan aanzienlijke verschillen in zetmeelgehalte en bestendigheid. Door deze goed af te stemmen op de hoeveelheid gras in je rantsoen, stijgt je voerefficiëntie:
- Voer je veel gras, kies dan een zetmeelrijk ras. De LG rassen met veel zetmeel én een hoge onbestendigheid herken je aan het Starplus label
- Voer je veel mais, dan is een gematigd zetmeelgehalte veiliger. Rassen als LG 31.214 en LG 31.220 passen hier perfect, met een hoge VEM/kg ds en een wat lager zetmeelgehalte.
Tip 3: Verteerbaarheid loont altijd
Aangezien we bij snijmais niet alleen kolf maar ook plant voeren, is 25 tot 33% van de energie uit elke kg mais afkomstig uit de restplant. Hoeveel VEM die restplant kan leveren hangt af van de celwandverteerbaarheid. Hoe hoger deze NDF-verteerbaarheid, des te meer energie kan de koe uit de cellen halen. Tussen maisrassen bestaan hierin grote verschillen, met een variatie van 45 tot 60 procent!
Op kuilanalyses is te zien hoeveel extra voederwaarde een hoge verteerbaarheid oplevert:
De energie die is opgeslagen in de celwanden is bovendien de meest veilige energiebron voor een melkkoe. Doordat celwanden eerst afgebroken moeten worden, komt de energie hier geleidelijk uit vrij. Dit geldt zowel voor gras(kuil) als voor snijmais. Een hoge celwandverteerbaarheid geeft dus geen verhoogde kans op pensverzuring. In tegendeel zelfs: pensbacteriën kunnen extra microbieel eiwit vormen uit deze pensenergie. In combinatie met een goede herkauwactiviteit zorgt een hoge celwandverteerbaarheid voor een betere voerefficiëntie en extra melkdrijving.
Tip 4: Vergeet de oogstzekerheid niet
Mijn laatste tip: de eerste 3 tips gelden natuurlijk alleen als je de mais ook goed geteeld en geoogst krijgt! Kies (zeer) vroege rassen, met een vroege bloei en hoge cijfers voor stevigheid, zomerlegering en stengelrotresistentie. Dan is de kans op verdroging en legering het laagst en heb je de meeste kans op een goed oogstbaar en rijp gewas in september!
Om de mais een goede start te geven, is een beschermende zaadcoating verstandig. Starcover Force biedt de meest brede bescherming én komt met een gratis Maisservice in geval van vogelschade. Lees hier meer over de Maisservice >>
Na de rassenkeuze komt het natuurlijk aan op een goede teelt, oogst, bewaring en vervoedering om je kVEM/ha te benutten en je voerefficiëntie te verhogen. Houd ruwvoerforum.nl in de gaten voor meer tips, schrijf je in voor onze nieuwsbrief of vraag hieronder om gratis advies op maat!