In het Gelderse Vorden teelt Andre Arfman op 22 hectare snijmais voor zijn 185 melkkoeien. Hij nam deel aan Maischallenge 2020 om kennis en ervaringen uit te wisselen. ‘Verbeteren kan altijd, we kunnen veel van elkaar leren.’
Met een rantsoenaandeel van 50% is snijmais een belangrijk gewas voor Arfman. ‘De verkaveling in onze regio is niet helemaal optimaal, de grondsoort varieert van zand – zand leem. Met maisteelt kunnen we deze grond efficiënt benutten. Daarbij levert de mais in het rantsoen de energie die nodig is om het eiwit goed te benutten.’
Op 20 maart maakte Andre een begin met maisteelt 2020 door het vanggewas in te werken. ‘Goed op tijd, zodat het geen vocht onttrekt aan de mais en de mineralen op het juiste moment vrijkomen. Het bleef daarna warm en droog en we begonnen al op 21 april met zaaien.’ Arfman zaaide het vroege maisras LG 31.214. ‘In 2019 hebben we onderzaai geprobeerd maar dat viel behoorlijk tegen. Daarom nu een vroegrijp ras, om voor 1 oktober te oogsten. Dit ras past met zijn hoge plantverteerbaarheid ook goed in ons maisrijke rantsoen.’
Op 22 september kon de oogst beginnen, de mais was mooi rijp met 38,5% drogestof. ‘De opbrengst viel me gezien de droogte en hitte nog alles mee. Wel zijn de kolven wat kleiner gebleven waardoor het zetmeelgehalte wat lager uitvalt. Het was een uitdagend groeiseizoen, maar ik ben tevreden,’ blikt Andre terug.