De snijmais van seizoen 2020 zit in de kuil en ook alle proefvelden zijn geoogst. Net als in de voorgaande jaren hebben de nieuwe zeer vroege en vroege maisrassen tot mooie opbrengsten en kwaliteit geleid.
Vroege rassen meest bedrijfszeker
In enkele jaren tijd is het aandeel zeer vroege en vroege rassen in ons land gigantisch gestegen: in 2020 was dat zo’n 60% van alle snijmais. Ultravroege, zeer vroege en vroege maisrassen zijn in de Nederlandse omstandigheden het meest bedrijfszeker:
- Je kan ze meestal voor 1 oktober goed rijp oogsten, zodat je de maximale voederwaarde oogst, minder kans hebt op gemodder en een vanggewas of gras kunt nazaaien;
- Ze bloeien eerder en hebben daardoor minder kans op slechte bestuiving/ kolfvulling door droogte;
- De nieuwste zeer vroege LG rassen doen qua opbrengstpotentie niet onder voor de meeste late rassen: LG 31.205 staat bijvoorbeeld met 22,8 ton ds/ha op de Rassenlijst.
Deze voordelen zijn bekend bij vele maistelers in heel Nederland, die prachtige percelen LG 31.205 oogstten in september:
De volgende 3 maisrassen scoorden ook in 2020 weer heel goed op onze proefvelden:
LG 31.205: meest gezaaide ras in Nederland
- Nieuw sinds 2019 met allerhoogste drogestof- en VEM-opbrengst
- Enorm massaal én hoog zetmeelgehalte (420 g/kg ds)
- Voor 1 oktober oogsten zonder opbrengst in te leveren
LG 31.214: hoogste kVEM/ha in vroege groep
- Nieuw sinds 2020
- Top-verteerbare snijmais voor maisrijke rantsoenen
- Maximale voederwaarde in elke hap mais
LG 31.219: vroege, massale zetmeelmais
- Zetmeelrijk dubbeldoelras
- Massaal gewas, zeer hoge zetmeelopbrengst
- Goed bestand tegen droogte en builenbrand
