Arjan van Rijn melkt in maatschap met zijn vrouw en zoon 110 melkkoeien in Breukelen. Van de 64 hectare veenweide en klei zijn de verder weg gelegen kavels op de klei bestemd voor mais, in totaal 9 hectare. Van Rijn en zijn adviseur Floré Mulder van voerleverancier De Samenwerking leggen de focus op rendement én bodem. Daarom kiezen ze voor vroege maisrassen van LG.
Melkveehouder Arjan van Rijn (rechts) en voeradviseur Floré Mulder
Zo’n 8 jaar geleden stapte Van Rijn over naar een andere voerleverancier omdat zijn toenmalige adviseur met pensioen ging. “Ik kende Floré al, maar nog niet als adviseur. Op een beurs heb ik hem leren kennen, we hadden meteen een goede klik”, vertelt de veehouder. “Het ging Floré niet alleen om het voer verkopen, maar om het totale bedrijfsrendement.”
In het gesprek wordt duidelijk dat de twee veel contact hebben over het rantsoen en de rol die mais hierin speelt. “Na iedere MPR-uitslag kijken we samen of we moeten bijsturen”, aldus de voeradviseur.
Bodemleven sturend voor teelt
Van Rijn vertelt dat zorg voor de bodem leidend is. “We zijn al jaren bezig om zo min mogelijk in de grond te roeren. En het gebruik van glyfosaat is niet toegestaan bij de PlanetProof-melk die ik lever. Als groenbemester gebruik ik Italiaans of Westerwolds raaigras. Daar haal ik dan nog een snede af voor stalvoedering. Daarna maken we met een strokenfrees het land klaar voor het zaaien van de mais.”
Vooral in de aanwezigheid van regenwormen ziet hij een graadmeter voor het bodemleven. Dit jaar deed Van Rijn de eerste goede ervaringen op met de ecoploeg. Voor de strokenfrees en de ecoploeg werkt hij nauw samen met loonwerker Hans van Leeuwen.
Vroege rassen
Voeradviseur Mulder vult aan dat de veehouder daarom al langere tijd bewust kiest voor vroege rassen van Limagrain. Alles om te zorgen dat je niet in een nat najaar de mais moet oogsten en de grond kapot maakt. “En nu dwingt de regelgeving ons natuurlijk ook in die richting. Arjan neemt soms zelfs genoegen met een iets lager drogestofgehalte om de bodem te sparen.”
Bewezen succes
De keuze voor de vroege LG-rassen kwam voort uit rassenproeven die op het land werden gedaan. “We hebben een paar keer een demoperceel gehad en ik heb allerlei rassen gezien. LG heeft in mijn beleving altijd een gezond gewas en dat is belangrijk. Ook hebben ze een ruim aanbod aan vroege rassen en zijn de gehaltes goed.” Van Rijn maakt bij De Samenwerking gebruik van het mobiele LG lab voor vers grasanalyse. Dit jaar hebben ze het lab bovendien ook twee keer voor zijn mais ingezet.
Meerdere kuilen
De veehouder maakt drie verschillende maiskuilen. “De eerste voor volgend jaar zomer bovenop het gras. En ik maak twee andere lage kuilen om de voersnelheid hoog te houden. En om de kuil goed te verdichten rijden we de kuil tijdens de oogst met twee trekkers aan.” Van Rijn voert met een voermengwagen. “Het basisrantsoen is gebaseerd op 28 kg melk”, voegt Mulder toe. “Naast kuilgras en mais komt er afhankelijk van het basisrantsoen nog 1 à 2 kg op maat gemaakt meel bij”, vertelt hij tot besluit.